Hallo wereld!

Welcome to WordPress.com. This is your first post. Edit or delete it and start blogging!

Geplaatst in Geen categorie | 1 reactie

Nabeschouwingen

Dag allemaal,
Vooraleer deze side af te sluiten willen we nog wat nabeschouwingen doen.
Eerst enkele cijfers:
In totaal hebben we 4070km gefietst, waarvan ruim 500km op ripio (keien/zand wegen).
Het hoogste punt dat we met de fiets bereikten was 3800m, zonder fiets was dit 4900m.
In totaal hebben we 240 uur op de fiets gezeten.
De gemiddelde snelheid is bijna 17 km/uur.
We hebben geen platte band gehad, wel een nieuw voorasje en een nieuw pedaal geplaatst. Verder geen fietsproblemen.
Verder hebben we ongeveer 4000km met bus, auto of boot afgelegd.
We zijn 117 dagen weg geweest.
Overnachten deden we  62x op kamer, 38x op camping, 13x wild camperen, 3x op vliegtuig/bus of boot.
Bijzondere ervaringen waren het verblijf op de altiplano, een bijzonder mooi, uitgestrekt en ongerept landschap tussen 3500 en 4500m hoogte.
Daar bovenuit steken de hoogste Andespieken, tot meer dan 6000m hoog. Vooral de vulkanen zijn reusachtige witte kegels die het omgeving beheersen.
Verder zijn er meren en zoutlagunes met duizende flamingo’s, warmwaterbronnen en geisers. De plantengroei is erg specifiek en er leven zeer veel dieren zoals honderdduizende lama’s, verder nandu’s, vossen, puma’s en vele specifieke vogels.
De hemel is altijd staalblauw. Er zijn nog autentieke indianendorpjes. Er is ook veel mijnbouw in dit gebied die wel eens voor vervuiling zorgt.
Ook het langdurig fietsen door een kurkdroge woestijn was een bijzondere ervaring. Vooral de voorzieningen die men moet treffen om in dergelijke gebieden te fietsen waren nieuw voor ons. De grote afstanden, de hoge temperatuur door onbewoonde gebieden zonder enige voorzieningen maakten het noodzakelijk om water  en voedsel voor minstens 2 dagen mee te nemen, soms tot 25 l water. Mooi was ook de tocht langs de zee met zijn ruwe kust, vele vogels, zeeleeuwen en pelikanen.
Ook in noord Argentinie fietsten we graag. Over ’t algemeen zijn de wegen goed meestal met een ruime schouder en zeer rustig.Het landschap is een afwisseling van hoge bergen, eindeloze vlakten, canyons en veelkleurige en zwaar geerodeerde bergketens. De begroeiing varieerd van halfwoestijn naar maquiachtig struikgewas met ertussen piepkleine cactussen tot reuzen van 8m hoog. Tussendoor treft men kleinere gebieden voor tuinbouw, wijn- en fruitteelt en subtropische bossen.
Ook zijn er zeer veel vogels in dit gebied. Veeteelt (geiten, schapen, lama’s, koeien en paarden)gebeurd op extensieve manier. In afgelegen gebieden lopen er veel (ver)wilde(rde) paarden rond. Tussendoor konden we verpozen in enkele levendige steden (Jujuy, Salta, San Juan, Mendoza).
Het zuiden is zowat een tegenpool van het noorden. Zeer groen, prachtige bossen, diepblauwe meren (soms ook groen en zwart), kristalheldere beken en rivieren, veel hoge besneeuwde berg- en vulkaantoppen en diepe fjorden.
Maar het is er een stuk kouder, het regent er regelmatig, de wegen zijn meestal iets stijler en hebben geen schouder (vooral in Chili). Ook zijn er meer gravelwegen. Het is er dus minder makkelijk fietsen.
Wandelen in de bergen is, zowel in Chili als Argentinie, niet zo eenvoudig.
Ze hebben niet echt een wandelcultuur. Ook is er een beperkte wandelaccomodatie. Een padennetwerk zoals we in de Alpen en de Pyreneeën kennen is er maar in zeer beperkte mate, enkel rond Mendoza, Bariloche en enkele Nationale Parken in het zuiden kan men meerdaagse tochten ondernemen.
Vulkaanbeklimmingen zijn zeer populair
De fiets is een ideaal vervoermiddel (als men tijd heeft) om in dergelijke streken van het landschap te genieten, buiten te zijn, alles te voelen en te ruiken. Om in godvergeten plaatsjes te komen, om de plaatselijke mensen te ontmoeten. Echter toeristische bezienwaardigheden zien is moeilijker. Ze liggen meestal diep in de bergen (20, 50, 100km) en/of langs gravelwegen. Dan moet men, net als de meeste toeristen, beroep doen op een toeroperator of een 4×4 huren. 
Met de bus kan men ook veel bereiken, maar vraagt de nodige improvisatie.
Al bij al hebben we iets meer van het noorden genoten.
De mensen zijn erg vriendelijk, vooral in de kleinere plaatsen zijn ze nieuwsgierig. Een onveiligheidsgevoel hebben we nooit gehad. We zijn ook niets kwijtgeraakt.
Voor ons waren deze 4 maanden fietsen en rondtrekken een enige ervaring, het toppunt van onze fietsreizen.
Zo, nogmaals de groeten.
Agnes en Gilbert
 
Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Van Coyhaique naar Santiago

Dag allemaal,
Vorige keer waren we in Coyhaique beland, naar onze mening een stad die toch wel de warmte van het noorden mist. Wel hebben we er gelogeerd in een hospedaje waar de eigenares ons in de watten heeft gelegd.
Dinsdag 12 februari vertrekken we per fiets, in de regen, naar Puerto Aisen. Dit ligt aan een van de fjorden die hier diep het binnenland doordringen.Ondanks de regen en de laaghangende wolken is dit toch een mooie trip door prachtig groene vallei waar de rio Simpson doorkronkelt en bovendien, een mooi verharde weg.
Dicht bij P. Aisen krijgen we tussen de wolken door prachtige uitzichten op hoge besneeuwde bergen.
Puerto Aisen is een van de eerste nederzettingen in het zuiden (einde 19de eeuw). Dit komt omdat dergelijke plaatsen met de boot via de fjorden enigzins gemakkelijk bereikbaar waren. Via het land was er toen nog geen doorkomen aan.
Omdat de boot pas vrijdag vertrekt blijven we enkele dagen in P. Aisen hangen. We ontdekken hier het echte weer, dagenlange regenbuien (er valt ca 2,5m per jaar).
Het stadje geeft, zoals de meeste kleine plaatsen hier, een echte pioniersuitzicht. Eenvoudige veelkleurige huizen,meestal met een houten skelet. Vanbuiten afgewerkt met een dunne staalplaat of hout of plastiek, vanbinnen afgeslagen met dunne platen of hout. Verwarmen doet men bijna uitsluitend met hout. Toch vragen we ons af hoe dit s’winters warm te krijgen is. Chacabuco, de haven van P. Aisen is ook een drukke vissershaven, vooral de verhandeling van zalm van de vele kweekerijen in het fjord.
Vrijdagavond vertrekken we met de ferry voor een tocht van 24 u naar ¨Puerto Montt, ruim 600km naar het noorden. We varen eerst door een groot fjord. De bergen rijzen uit het water en zijn volledig bedekt met regenwoud. De zalmkweekerijen zijn enkel per boot bereikbaar. Daarna varen we door de zeestraat Moraleda.
Slechts een tweetal vissersdorpen zien we op de ganse trip, de rest zijn groene bergen en ontelbare kleine eilandjes.
Toch zijn we blij dat de tocht achter de rug is. Op zo’n grote boot zit je toch niet echt midden in de natuur en de bewegingsvrijheid is beperkt. Geef ons maar de fiets.
De aankomst is wel mooi, we krijgen een prachtige zonsopgang op zee, een mooi zicht op Puerto Montt met op de achtergrond enkele mooie witte vulkanen.
Na een dagje de stad verkennen besluiten we nog een viertal dagen te fietsen op het vlakbij gelegen eiland Chiloé. Dit eiland wordt omschreven als een mooi fietseiland. Het is wel mooi maar het fietsen is toch zwaarder dan verwacht. Het gaat voortdurend op en neer met soms venijnig stijle hellingen.
Er zijn vele weilanden met vee, maar vooral viskweek en verwerking is de belangrijkste activiteit. Langs de kust zijn er veel zalmkweekerijen. Er is een voortdurend transport van vis en in fabrieken wordt de vis verwerkt en/of gerookt. Er hangt steeds een visgeur in de lucht.
Het eiland is erg toeristisch. Er zijn ook enkele mooi havenstadjes (Ancud en Castro), met gezellige vissershaventjes en met prachtige uitzichten over de kusten. Ook is het eiland bekend om zijn vele pitoreske houten kerkjes uit de koloniale tijd. Bij de terugkeer het de ferry krijgen we enkele zeeleeuwen en dolfijnen te zien.
Vanuit Puerto Montt vertreken we dan met de bus naar Santiago, ruim 1000km naar het noorden. In het begin is er vooral veeteelt, akkerbouw en bosbouw. In de buurt van Santiago liggen de vele wijngaarden en is er veel fruitteelt.
In Santiago, waar het lekker 30° warm is, zijn we een vijftal dagen toerist om de stad te verkennen en een uitstap naar Val Paradiso te maken.
Santiago is een aangename stad, met een ruim stratenprofiel, met veel groen en mooie plaza’s met veel animatie.
Wel heeft het minder oude gebouwen en kerken die men in vele oude Europese steden vind.
Het muzeum voor precolumbiaanse kunst is wel een aanrader.
Vrijdag 29 februari trekken we naar de luchthaven, pakken onze fietsen in en stappen op het vliegtuig. Via Madrid en Amsterdam zijn we zaterdagavond terug thuis.
De harde koude wind schrikt ons af, maar het weerzien met de familie maakt alles goed.
Vier maanden fietsen, rondtrekken met auto bus of boot, plantrekken, soms afzien en veel genieten is afgelopen. Het was de moeite waard.
De groeten van Agnes en Gilbert
Geplaatst in Geen categorie | Een reactie plaatsen

Van Barloche naar Coyhaique

Dag Allemaal,
We zitten nu, woensdag 13 februari, in een zeer regenachtig Puerto Aisen`.Dit ligt aan een van de vele, diep in het land indringende, fjorden in zuid Chili (dicht bij de haven Chacabuco).
Om terug bij het vorige verhaal aan te knoopen, in Bariloche hebben we enkele rustdagen genomen.
Rustdagen,dwz we hebben er een tweedaagse gelopen.De eerste dag was klimmen in een, met bossen bedekte, vallei met een prachtige bergstroom, met watervallen, er doorheen. De bossen zijn hier werkelijk prachtig, dit komt door de vele, soms overvloedige regenval
Men heeft hier echter niet de bloemenpracht van de Alpen.
In een refuge, bij een bergmeertje hebben we overnacht. Daar werd s’nachts nog gefeest ter ere van "media luna". Dat hebben we maar aan de Argentijnen overgelaten.
De tweede dag was het verder klimmen tot ruim 2000m. Daar hadden we prachtige uitzichten op de valleien met de vele meren en op de omliggende besneeuwde bertoppen , oa de Tronador (3478m).Het klimmen en dalen was soms wel op verraderlijke steile hellingen met rotsen en puin. Tijdens de afdaling hebben we een koppel condors in volle vlucht van nabij kunnen bewonderen.
Na een extra rustdag, die we dik nodig hadden, zijn we verder in Argentinie naar het zuiden gefietst. In 4 dagen naar Esquel
Dit is een traject tussen de bergen, langs vele meren en met dicht beboste hellingen. Tussenin is er ook wel wat vee- en fruitteelt.
Als men verder naar het oosten rijd wordt het een stuk droger en krijgt men een steppeachtig landschap, zoals we er veel in noord Argentinie gezien hebben. Een goede afwisseling, want dit zijn mooie open landschappen met prachtige vergezichten en met laguna’s waarop zelfs enkele flamingo’s zaten. En de routa 40 was weer ons gezelschap.
In Esquel hebben we tijdens een rustdag een tochtje gemaakt met een oud smalspoor berg-stoomtreintje. Een van de weinige treinen die we in Argentinie hebben gezien. Spoorlijnen hebben we meer dan 1000km gezien, maar onder president Menem zijn praktisch alle treinen afgeschaft. De volgende dag hebben we een uitstap naar het nationale park Los Alerces gemaakt.
Dit is een groot gebied met bossen, meren, rivieren, bergen en gematigd regenwoud dat volledig beschermd wordt.
Na Esquel zijn we terug richting Chili gefietst, dwz definitief afscheid van Argentinie met zijn gulle zon, mooie landschappen en ruwe, veelkleurige bergformaties, zijn meestal rustige fietswegen (routa 40), zijn gezellige dorpen en steden, zijn verzameling aan oude auto’s en vrachtwagens die ongeloofelijk maar waar allemaal rijden en zijn vriendelijke mensen die meestal willen weten vanwaar je komt, maar Belgica is toch zo ver weg en niet zo goed bekend. Alhoewel, in Chili antwoorde een man ons direct met "godverdomme", een ex-matroos. De minder goeie zaken zullen we hier maar niet vermelden.
Zoals gewoonlijk, in de buurt van de grens wordt het gravelweg, maar wel mooi. Op en af tussen bergen,bossen, rivieren, koeien en paarden. En steeds besneeuwde bergtoppen in de buurt of verweg. Terug in Chili ligt er dan plots 10 km zeer mooie asfalt tot Futaleufu, waarom precies daar is een raadsel.
In Futaleufu zijn we net een dag te laat om een rodeo mee te maken. Dat hadden we graag wel eens gezien, want dat is heel populair hier. Wel zien we een grote bosbrand oplaaien. Op de fiets hadden we al een kleine rookpluim hoog op de helling gezien, maar s’avonds was het een grote brand geworden. Het is hier nl uitzonderlijk warm en droog dus. Normale temperaturen hier in de zomer liggen tussen 16 tot 20 graden,de afgelopen 3 weken liepen die op tot ruim 30 graden.
Na Futaleufu rijden we verder westwaards Chili in. We hebben nu enkele honderde kms gravelweg voor de boeg, meestal op en af en soms met nijdige en lange hellingen. Maar de omgeving is mooi. Deze streek is einde van19de eeuw ontgonnen. Het binnenland was lange tijd enkel bereikbaar via smalle bergpaden. President Pinochet heeft begin tachtiger jaren het startsein gegeven voor de aanleg van de Carreterra Austral. Dit is een 1500km lange gravelweg (ripio heet dat hier) van Pueto Montt tot Villa O’Higgins dit door een oerlandschap van bergen, rivieren, fjorden en gematigd regenwoud ( op sommige plaatsen valt er tot 4m water per jaar) loopt. Sommige dorpen zijn amper 30 jaar oud en  geven een pioniersindruk.
In Puerto Puyuhuapi, na ruim 250km, vindt Agnes het welletjes en gaan we met de bus verder tot Coyhaique, de enige stad ( 40 000 inw) in dit gebied.We kijken hier wat rond en regelen ook de boottocht terug van Chacabuco naar Puerto Montt.
Ge ziet het de voorbereiding van de terugtocht is begonnen.
 
Zo, de groeten van Agnes en Gilbert.
 
Geplaatst in Geen categorie | 1 reactie

Van Pucon naar Bariloche

Dag allemaal,
We zijn dus nogmaals de grens naar Argentinie overgestoken. Maar beginnen waar we gestopt waren. In Pucon, in Chili, hebben we een viertal dagen gezeten en een tweedaagse trektocht in de bergen gemaakt. We hebben dit met een gids (Rafael) gedaan want de wandelaccomodaties zijn hier beperkt en er op uw eigen op uittrekken is niet zo eenvoudig. Alle faciliteiten zijn op meer spectaculaire bezigheden gericht, zoals raften, parapente, vulkaanbeklimmingen ed.
De eerste dag was de aanloop vooral door dichte bossen, die zijn hier prachtig. Vooral zuidelijke beuk ( nothofagus ), waarvan de meeste soorten kleine blaadjes hebben die niet afvallen in de herfst. Sommige soorten  worden op regenrijke plaatsen tot 2 m dik en 40-50m hoog. In de bossen liggen vele, door ouderdom, wind of overvoedige sneeuw, omgevallen bomen te rotten. Echte oerbossen.
Daarna kwamen we in een gebied met grote lavavelden van de vulkaan Villarica. Een landschap met dikke lagen harde lava, soms zijn er grote gruisvelden.
Daartussen hebben bergstromen, door erosie, zich een spectaculaire weg gebaand. Hierop groeit alleen klein stuikgewas, graspollen, kruiden en bloemen, geen bomen.
Een stroom heeft grijs water, dit komt van een gleitsjer (Glaciar Negro) waarop vulkaanstof ligt.
Tijdens deze wandeling zagen we ook de vulkaan LLaima liggen, die recent nog actief was. Op een januari kwam er een rookzuil uit deze vulkaan van 3 km hoog.
Nu pufte hij nu en dan nog een bruine wolkje uit.
Daarna zijn we met de fiets de grens overgestoken. In dit gebied ligt er op de grensovergangen steeds een stuk (ruim 50km) onverharde weg. Hierbovenop waren ze over 30 km de weg aan het voorbreiden om te asfalteren, dus nog meer grote losse keien en steeds op een af.
Aan een mooie lagune, net voor de grens hielden we het voor bekeken en hebben onze tent aan de oever opgesteld. s’Avond waren er nog enkele vissers, daarna was heel het gebied voor ons alleen, prachtig.
s’Morgens nog een 20 km verderploeteren en dan plots, de mooiste asfaltweg die men zich kan inbeelden.
Door een gloeiend Argentijns steppelandschap bereiken we San Junin de los Andes, een aardig plaatsje met Mapuchecultuur (oa in de nieuwe kerk) waar we kamperen.
De volgende dag fietsen we een korte rit naar San Martin de los Andes (allemaal mooie namen). Daar blijven we 2 dagen wat uitrusten.
Het is hier al druk toeristisch, het is volop vakantie hier.
Op maandag 21 jan fietsen we verder, richting Villa la Augostura tegen Lago Nahuel Huapi, 110km ver. Dit is iets teveel voor een dag, want de laatste 50km zijn ribbio.
Na 63 km kamperen we  bij een kristalhelder riviertje. Hier zijn we niet alleen, het is een vrije kampeerplaats in het nationale park Lanin. Het is er gezellig.
Als de argentijnen en chilenen kamperen zoeken ze droog hout in de omgeving, maken een vuur dat ze flink aanwakkeren. De omgeving is dan een en al rook. Daarna is het een soort barbequevuur, daarop roosteren ze enorme stukken vlees. Ze beginnen daaraan om een uur of negen en gaat door tot diep in de nacht. s’Morgens zijn ze wel niet prezent.
Dinsdag fietsen we dan naar La Villa de Augostura, maar 55km maar weerover een rippioweg en weer met wegenwerken. Wie hier over 5 a 10 jaar fietst vind deze rippiowegen niet meer terug. Het is hier overal erg toeristisch, het is dicht bij Bariloche en dat is het vakantiecentrum van Argentinie voor berg- en wintervakanties.
In Villa de Augostura hebben we een deens koppel van onze ouderdom ontmoet. Zij zijn reeds 4 maanden met de fiets onderweg, ze zijn in Lima, Peru vertrokken.
Geestesgenoten dus, waar we best mee konden opschieten en verhalen uitwisselen.
Na een rustdag, fietsen we in een dag naar Bariloche. De omgeving is mooi, aan de rechterkant een prachtig groot bergmeer met vele ei- en schiereilanden. Het is geheel omgeven door bergen, sommigen met sneeuw of gletsjers. Maar de weg is zo druk, zodat de pret deels bedorven wordt.
Bariloche is een bergvakantiecentrum zoals Mayerhoven en Santh-Moritz, met vele veelsterrenhotels en prachtige restaurants, met veel hout zoals in Zwitserland en Oostenrijk. Het noorden en hier lijken wel twee totaal verschillende landen. De prijzen zijn dan ook in verhouding en bijna even duur als bij ons.
Zo, wij blijven hier een paar dagen hangen en trekken dan verder zuidwaarts.
De groeten, Agnes en Gilbert
Geplaatst in Geen categorie | 2 reacties

Van Mendoza naar Pucon

Dag allemaal,
Is iedereen al gewend aan het nieuwe jaar? Wij hebben het hier wel gevierd, maar eigenlijk is het ons wat voorbij gegaan.
Even samengevat na het afsluiten van onze tocht in het noorden van Chili en Argentinie.
We hebben ruim 2300 km gefietst en ca 2000km met de bus afgelegd. Het gemiddelde met de fiets zal ca 17,5 km/u zijn. Dit valt wel mee, want meestal heeft Agnes ca 30kg en ik ca 40 kg op de fiets zitten. Vooral water meeslepen om de grote onbewoonde afstanden te overbruggen, zorgde voor veel balast. Wel hebben we meestal parallel met de Andes gefietst dus veel door valleien. Ons hoogste punt was ca 3800m.
Het fietsen in het warme noorden is ons best bevallen.Tot 35 graden vinden we een aangename temperatuur om te fietsen.
Geen regen gehad in 2 maanden. Prachtige, soms woeste en onvoorstelbare kleurrijke rots- en berglandschappen.
En de altiplano, met zijn vulkanen en vele dieren, was onvergetelijk. De uitgestrektheid van deze gebieden konden wij ons niet voorstellen.
Wij zitten nu een heel stuk zuidwaards. in Pucon. Dit is ca 600 km ten zuiden van Santiago, terug in Chili dus.
Maar beginnen met het begin, in Medoza hebben we nog een mooie uitstap gemaakt tussen de hoogste bergen van de Andes, naar de voet van de Aconcagua.
Dit is de hoogste berg van gans de andesketen. Het is een ruwe vallei, omgeven door hoge veelkleurige bergen. Er is wel gegroeiing, maar niet uitbundig.  Deze vallei is tevens de verbindingsweg tussen Mendoza en Santiago de Chili met een pas van ca 3800m als hoogste punt. Ondanks dit alles passeert hier veel zwaar transport.
Een van de mooiste punten was Puente del Inca’s. Dit is een brug die zichzelf gevormd heeft over een bergstroom. Eenvoudig uitgelegd, in het water dat uit de bergen stroomt zitten veel mineralen en door kristallisatie heeft zich een brug gevormd over de andere stroom. De kleur is geel, groen, bruin (zegt Agnes). Een unicum beweren ze hier.
De volgende dag zijn we met de bus ca 600 km naar het zuiden opgeschoven. Eerst naar Nuequen en na een overstap naar Zapalo.
Onze keuze om dit met de bus te overbruggen was terecht.
 Bij het verlaten van Mendoza hadden we nog een 80km wijn-en fruitteelt, maar daarna was het een onvoorstelbaar uitgestrekt landschap met alleen maar struikgewas, de pampasteppe. Toch vindt men nog koeien, paarden, schapen en geiten tussen dit schrale gewas. Op enkele plaatsen wordt ook olie opgepompt.
Vanuit Zapalo zijn we terug beginnen fietsen, naar het westen richting Chili. s’Morgens was het een stuk frisser maar de rest van de dag was het nog lekker warm.
Aan de oostkant van de Andes is het vrij droog en de plantengroei is er nog steeds steppeachtig, mooie glooiende heuvels en prachtige vergezichten. We rijden zelfs terug op de route 40 waarop we in het noorden veel gereden hebben. In Las Lajas besluiten we nog een stuk verder te rijden, dit om de volgende dag ons doel te halen.
Dit wordt een zware dobber, bergop, warm en er steekt een stormwind op, bijna pal op kop en een volledig verlaten omgeving. Dit werden 25 km beulenwerk om vooruit  te geraken en rechtop te blijven.  Na enig zoek- en klauterwerk vinden we in een soort canyon een mooie campeerplaats. Een van de mooiste die we ooit gehad hebben, prachtige natuur, een stroom met drinkbaar water vlakbij en vele vogels, waarbij een prachtig arendspaar en een kudde paarden aan de overzijde van de rivier.
s’Morgens starten we hoopvol, de wind is weg. Maar dat duurde maar 20 minuten en hij was daar weer. Nog 25 km zwoegen naar paso Pino Hachado en op de koop toe is de pas zelf nog een 10 km keienweg. Fietsen kan toch mooi zijn!!!
Ca 10 km voor de top verschijnen de eerste Araucunia’s (ze staan bij ons wel eens in de voortuintjes en men noemt ze apenbomen). Hier is de enige plek op de wereld
waar ze in het wild groeien, ze kunnen tot 1500 jaar oud worden en het zijn dan reuzen met ruim 1m stamdoorsnede. Soms zijn het bossen, soms steken ze hoog boven de andere bomen uit of sieren een bergkam.
Door de wind is de afdaling minder plezant dan gewoonlijk, maar de vergezichten waren prachtig en we kregen de vulkanen Lonquimay en Tolhuaca in het zicht.
In Liucura, een klein duanedorpje overnachten we in een gezellig hostal, de bazin serveerde ons een lekker avondmaal.
s’Morgens, het is fris en winderig, fietsen we door een soort zwitsers landschap, met weilanden en bossen op de hellingen.
Ook veel bergstromen en rivieren (oa de Biobio) met onvoorstelbaar helder water. In de weilanden zitten veel en diverse weidevogels.
Op de oever van de Biobio wordt een dood paard door wel 100 gieren opgepeuzeld.
s’Middaags krijgen we er nog regen bovenop. s’Namiddags mogen we met onze fietsen niet door een tunnel, dit betekend 1,5 u wachten tot een pick-up ons meepakt.
Met al die natigheid besluiten we om in Malalcahuello te overnachten in een cabaña bij een gezellig ouderwets kacheltje drogen en warmen we ons op.
Nat en winderig weer schijnt hier wel een weekje te kunnen duren en daar zitten we dus middenin.
Door dit weertje zijn we verder naar Tumuco aan de panam gereden. Het is een soort parklandschap, met weilanden en graanakkers. Ook met veel groen en bergbeken, een paradijs voor vissers.
Om Temuco binnen te rijden en te verlaten hebben we zelfs over de Panam highway gefietst. Het enige alternatief zijn keienwegen. Na driemaal navragen hebben we het toch geriskeerd. Niemand hier maakt er een probleem van. En achteraf bekeken, dit was rustiger rijden dan de volgende dag langs een drukke verbindingsweg met weinig ruimte voor de fietsers.
Temuco, de hoofdplaats vande provincie Araucunia, is een mooi stadje met een levendige Mapuche (indianen) gemeenschap.
De Feria Libre is een kleurrijke openluchtmarkt, vooral voor groenten, fruit, meel, granen, kruiden, vlees en artisanale producten.
Er komen zelfs nog mensen met kar en paard winkelen.
De weg naar de vacantiecentra Villarica en Pucon is vreselijk druk en dus snel vergeten.
In Pucon, een bergvacantiecentrum a la Mayerhoven in Oostenrijk, zullen we een 4 tal dagen camperen en hopen we een trekking te maken.
De groeten, Gilbert en Agnes
Geplaatst in Geen categorie | 2 reacties

Van chilecito naar Mendoza

Dag allemaal,
Eerst en vooral, vanuit een warm Mendoza een gelukkig en voorspoedig 2008 toegewenst.
We zitten nu inderdaad in een gezellig en warm Mendoza, een stad in midden Argentinie en die tegen de hoge Andes aanligt.
Een vrij grote stad met ruim 600 000 inwoners.
Vanuit Chilecito wilden we 2 natuurparken bezoeken. We hebben toen enkel het Nationaal park Talampaya kunnen bezoeken, de nacht ervoor had het geregend waardoor de bovenste korst op de grond door het water zwelt als een spons. Het park  Valle de Luna wordt dan gesloten voor bezoekers.
Het park Talampaya is een soort Grand Canion in het klein. Het is een berglandschap dat door erosie is gebeeldhouwd.
Men vind er rechtopstaande rotsen tot 200m hoog, die door regen en wind zijn gladgeschuurd. Verder staan er vele alleenstaande rotsen waaraan men dan namen geeft oa een aap, een schildpad, een toren en met enige verbeelding kan men die herkennen.
Ook is deze plaats reeds vroeg bewoond door indianen, daarvan vindt men nog voorwerpen en rotstekeningen terug. Tevens zijn er restanten van dinosauriers,
Lama’s, vossen,hazen en papegaaien hebben we gezien. Hoog in de lucht hebben we voor het eerst een koppel condors zien zweven. Echt de moeite.
De volgende dag zijn we terug gaan fietsen, van Chilecito naar Pagencillo.We hadden een beetje schrik van deze weg, die we de dag ervoor met de auto gedaan hadden. Het zag er heel stijl uit en een groot deel over een aardeweg.
Al bij al viel het mee en was tevens een  van de mooiste stukken die we in Argentinie gedaan hebben.
Een prachtig groen landschap met een diepe ruwe vallei en een riviertje met helrood water, het had de nacht ervoor nogeens geregend en dus was er water in de rivier. Allen de laatste 30 km  was ploeteren in het mulle zand op een totaal verlaten weg en een onweer dat ons achtervolgde.
In het plots opduikende Pogancillo ontmoeten we de eerste belgen in Argentinie, een koppel uit Wortel, dus nog uit ons buurt. Een leuke babbel gehad.
De volgende dag zijn we dwars door het park Talampaya gefietst, ruim 90 km weg en struikgewas aan de kant. Nu en dan en boom en veel cactussen.
Ook een steppevos zie je regelmatig, vogels waren er niet veel wat betekend dat er niet veel water in de buurt is.
We schoten goed op en het dorpje achter het park stelde niets voor, we ontmoeten er 2 Argentijnse fietsers die ons vertelden dat men aan de ingang van het park Valle de Luna kon kamperen, we hebben er die 20 km nog maar bij gedaan.
s’Anderdaags hebben we het park bezocht. Dit is in feite een tocht van 45 km met de auto of een busje van een toeroperator.Een gids rijd mee en geeft uitleg op de bijzonderste plaatsen. Wij zijn dus meegelift.
Dit park is nog interessanter dan het vorige dit om 3 redenen.
Het natuurschoon, de grilligste vormen van rotsen, bergen, keien en kleurencombinaties vindt men er.
Archeologisch is het een van de interessantste plekken op de wereld. Door het droogte in dit gebied is alles goed bewaard gebleven en is er ook weinig door de mensen verwoest. Door de voordurende activiteit van de aarde is er zeer veel aan de oppervlakte zien en zit niet diep onder degrond verstopt zoals op vele andere plaatsen.
Miljarden jaren geleden was dit gebied tropisch met veel plantengroei en leefden hier veel dinausariers, waarvan men om dezelde redenen veel terugvind.
Een groot deel van het park is dus door wetenschappers van heel de wereld bestudeerd.
De bergen hebben een mengelmoes aan kleuren met overheersend rood.
De 2 volgende dagen zijn we naar San Augustin, een gezellig en plattelands stadje, en ? gefietst.
Het was wel rustig en vlot fietsen, maar de omgeving stelde niet zo veel voor, zodat we met de bus  verder tot San Juan gereden zijn.
Hier hebben we, in de tuin van een restaurant bij 25 graden, een gezellig oud op nieuw gevierd.
Van San Juan naar Mendoza hebben we ook met de bus gedaan, deels door grote wijngaarden, maar voor een groot deel door een ernorme wat saaie vlakte.
En met een houten kop fietsen is ook niets.
Hier in Mendoza rusten we uit. Gisteren hebben we een tocht naar het hooggebergte en de voet van de Aconcagua ( de hoogste berg van Amerika, 6970m hoog) gemaakt.
Mendoza zelf is een mooie stad. Langs alle lanen zijn er grote bomen, meestal platanen. Die maken het aangenaam om te wandelen. Het heeft ook prachtige plazas, vooral de plaza del Independencia is mooi. Er zijn veel activiteiten, zang, dans, folklore, tango, vuurwerk.Er is altijd wat te beleven.
Het is volgens ons de meest Spaanse stad tot nu toe die we hier gezien hebben.
Morgen rijden we met de bus een 600km meer naar het zuiden, dit stuk is niet interessant.
Dan trekken we met de fiets terug de grens naar Chili over. Het schijnt daar mooi te zijn, vooral groen. We zullen zien!

Geplaatst in Geen categorie | 2 reacties

Van Salta naar Chilecito

Dag  allemaal,Alvast de beste Kerst-en Nieuwjaarswensen van ons vanuit het verre Argentinie.
We zitten nu in Chilecito, een mooi stadje halverwege de Bolviaanse grens en Mendoza in centaal  Argentinie.
We hebben de laatste 2 weken veel kilometers gefietst en nemen nu een viertal dagen rust. We hebben er bijna 2 000 km opzitten. Ook de kerst zullen we hier doorbrengen en ons eigen feestje brouwen.
Met de gezondheid en de fisiek is alles OK.
We zijn deze 2 weken door een wisselend landschap gereden. Na Salta reden we door een groene vallei en maakten we voor de eerste keer kennis met de regen en laaghangende bewolking. La viña, waar we sliepen, wat een groen boerendorp, geen enkele straat verhard en veel paarden die vrij rondlopen.
Het doet een beetje aan het wilde westen denken.
De volgende dag reden we door de Valle de la Cafayate. een ruwe, zwaar geerodeerde vallei, met veelkleurige rotspartijen. Onze mooiste vallei in Argentinie tot nu toe.
In Cafayate, bekend voor uitstekende witte wijn, hebben we een rustdag genomen en mijn 61 ste verjaardag gevierd.
Het is inderdaad een streek waar er uitgebreid aan druiventeelt gedaan wordt en op een manier die zeker de vergelijking met europeese landen kan weerstaan.
Er zijn ook vele mooie papegaaien, die veel kabaal kunnen maken. Ze nestelen meestal in gaten in de steile bergwanden.
Daarna trekken we verder richting Santa Maria en Belen. Soms mooie groene valleien omgeven door bergketens, soms ook veel dor struikgewas en dus iets saaier.
Het is ook een afgelegen en wat armere streek. Dat merkt men aan de woningen en de wegen, die slecht onderhouden zijn.
We steken ook een grote vlakte, ca 150 op 35km, tussen de bergen over. Een lange rechte weg 35 km lang, eindeloos.Er woont niemand, toch ziet men nog veel schapen, geiten, koeien en paarden vrij los lopen, die leven van de struiken en het karige dore gras en vinden toch ergens water. 
Om Belen te bereiken moeten we over een 60 km keien en zandweg kruien. Dit is een deel van de beruchte route 40, ca 5300km lang.
Deze weg loopt wel door een prachtig veelkleurig berglandschap. Daarachter duiken soms besneeuwde bergtopen op van 5 tot ruim 6000m
Vanaf Belen fietsen we in 2 dagen naar Chilecito.
Dit zijn 2 zware dagen, samen 230 km lang, door een vrij saai landschap en rond 2 uur wordt het ruim 40 graden heet. De afstanden tussen 2 dorpen is soms 70km, daartussen is er niets, dus genoeg water meenemen is de boodschap, zeker met een overnachting in de vrije natuur erbij.
Wat het klimmen betreft vallen deze ritten nogal mee. Wij rijden door valleien die in de langsrichting met de Andes lopen, dus richting noord-zuid.
Het gaat meestal wel op en neer, met soms klimmen van 5 a 10km, maar zelden echt steil.
Een vijand is ook de wind, meestal toch. s’Morgens is het windstil, maar rond 11 u steekt er een wind op, die steeds sterker wordt tijdens de namiddag en ons meestal tegenzat. Dit is een kwestie van geluk of pech hebben.
Voor de ergste hitte zoeken (???)we enkele uren beschutting. Soms krijgen we ook wat aangeboden (drank, koekjes) onderweg, zowel door Argentijnen als andere toeristen die op een meer confortabele manier reizen. De Argentijnen zijn zeer vriendelijk en gastvrij en steeds willen ze weten waarvan je komt en naartoe gaat.
Van hieruit gaan we eerst nog een paar natuurparken bezoeken ( met de bus en gids). Daarna trekken we door tot San Juan en Mendoza.
Zo, we gaan het laatste deel van noord Argentinie rond nieuwjaar afsluiten.
Kort na nieuwjaar hoor je terug van ons.
Warme groetjes vanuit Chilecito, Agnes en Gilbert
 
Geplaatst in Geen categorie | 3 reacties

Van Grens Bolivie naar Salta

Dag Allemaal,
Wij zitten nu gezond en wel in Salta, bij een temperatuur van ca 35gr.
Om terug aan te sluiten bij vorig verhaal, wij zijn vlot met de bus tot Quiaca, een grensstadje, gereden. Kwestie van hetzelfde traject geen 2 keer met de fiets te doen.
Wij zijn zelfs een 2 uurtjes in Bolivie geweest, voor even te kijken hoefde geen visum.
Tussen Quiaca en Villazon in Bolivie is er een druk handels en smokkelverkeer. Gewone winkel zijn er weinig in Quiaca omdat in Bolivie alles spotgoedkoop is.
In beide plaatsen wordt nog vrij veel de tradicionele indiaanse kleederdracht gedragen.
Van hieruit hebben we de bedoeling om met de fiets tot midden Argentinie te fietsen,ca 1500km.
Het deel van Quiaca tot Salta is een lange afdaling, van 3440m naar 1200m. De praktijk was enigzins moeilijker, eerst liep de weg langzaam op tot 3800 en verder hadden we bij momenten flinke tegenwind.
De eerste 100km was een brede, vrij vlakke vallei. Een soort steppe,of pampa, landschap. Hier word vrij intensief aan veeteelt gedaan. Tienduizende lama’s, maar ook schappen, geiten en zelfs wit-zwart hollandse koeien. Langs de weg kwamen we tientallen loslopende ezeltjes tegen. De boerderijen en enkele dorpen zijn meestal vrij armzalig. Het dorp Abra Pampa, waar we overnachten, doet ons aan Nepal denken.
Er was weinig verkeer, meestal zijn dat autobussen.
Op deze pampa zitten zeer veel vogels, meestal kleine, met prachtige kleuren.
De volgende 150km is de Quebrada Humahuaca, een soort canion, dat door de zware erosie soms grillige vormen aanneemt.
In het eerste deel dat we doorfietsen is het landschap bezaaid met miljoenen reuze cactussen. Sommige zijn wel ca7m hoog. Ook laag bij de grond zijn er diverse soorten cactussen waarvan velen prachtige bloemen hebben. Als de vallei terug breder wordt groeien er veel bomen en begint er een gebied waar er veel aan groententeelt gedaan wordt. De vallei is prachtige groen, de wanden zijn meestal hoge, zwaar geerodeerde bergen,waarop enkel cactussen groeien.
We overnachten in Humahuaca en Tilcara, 2 pitoreske maar erg toeristische dorpen met een overwegend indiaanse bevolking. Alle mogelijke artisanale, al of niet, kunstvoorwerpen tracht men aan de man te brengen. Van hieruit kan men ook tochten maken naar hoog in de bergen gelegen originele indianendorpen.
De vierde fietsdag zitten we s’morgens in slecht weer, regen,koud, bijwijlen zitten we in de wolken en een sterke wind pal op kop. Dus kop in kas en maar duwen.
Hoe dichter  we bij Jujuy komen, hoe groener en weelderiger de omgeving wordt. Opgelet, het is niet altijd even mooi, want ze kunnen hier een onvoorstelbare hoop rommel achterlaten.
Wat ook opvallend is, bijna gans het traject dat we met de fiets gereden hebben, zowel hier als in Chili lagen er spoorrails in de buurt. Maar we hebben nog geen enkele trein gezien. Dit is nl een vergaane glorie, bijna al deze spoorlijnen zijn aangelegd voor de mijnbouw. Als de mijn uitgeput is rijd er geen trein meer.
Tegenwoordig worden de meeste delfstoffen per vrachtwagen vervoerd, zelfs over zandwegen van honderende kilometers.
We fietsen Jujuy voorbij en nemen de oude weg naar Salta, de Ruta de la Cornisa. Dit is echt de moeite. Een smalle, kronkelende, op en neergaande weg door een gebied met subtropische plantengroei en praktisch geen verkeer. Er groeien mooie bloemen en er zitten zeer veel, meestal mooi gekleurde vogels.
Aan het begin lopen de koeien, paarden varkens gewoon langs de weg.
Als we dichter bij Salta komen wordt het drukker en minder fraai. Salta is een stad van 500 000 inwoners, het binnenrijden met de fiets valt nog wel mee.
Wij blijven hier nu 2 dagen hangen. In de stad is het erg druk. Alle voetpaden  zitten gans de dag vol volk, men moet maar gewoon mee schuifelen.
We hebben de indruk dat iedereen wel iets probeert te verkopen. In deze kersttijd zijn er zelfs grote winkels, vol met, naar ons inziens, ouderwetse kerstbeelden en andere prullaria.
Er zijn hier ook grote hallen, waar vooral vlees en groenten verkocht worden. Een spektakel op zich zelf, men kan er hele koeien zien versnijden. In de hallen en directe omgeving zijn er zonder overdrijven wel minstens 200 eetstalletjes, van klein tot groot.
Het centrum van Salta is zeer mooi. Een prachtige Plaza vol met mooie palm- en andere exotische bomen.
Rond het plein staan mooie koloniale gebouwen.
Zo, morgen zaterdag trekken we weer verder zuidwaards. Het zal warm zijn en hopelijk ook mooi.
Vanwaar we opnieuw van ons laten horen weten we nog niet, we zien wel.
Zwoele groeten vanuit Salta, Agnes en Gilbert
Geplaatst in Geen categorie | 1 reactie

Van Calama naar San Pedro

Dag allemaal in het verre Belgie,
We zitten nu in Jujuy, een stad in het noorden van Argentinie en hebben hier de tijd om onze side nog eens bij te werken.
Vorige keer waren we in Calama aanbeland. Calama was in het begin van vorige eeuw een klein oasedorp aan de rio Loa, midden in de grote woestijn van het noorden.
Het is nu uitgegroeid tot een stad met ca 200 000 inwoners, de enige grote woestijnstad.
Die groei heeft ze vooral te danken aan de vlakbij gelegen kopermijn van Chuquicamata, de gootste open kopermijn ter wereld met een jaarproductie van 1,2 miljoen ton koper per jaar.
Vanuit Calama hebben we deze mijn bezocht. Na een interresante uitleg over de mijn, de winning van koper ( de rotsen bevatten 1% koper) en molybdeen als zeer belangrijk bijkomende delfstof, bezochten we de gootste put (er liggen nl 3 putten die met de tijd een grote worden) die meet 5km lang, 3 breed en 1 diep.
Langs spiraalvormige banen rijden enorme vrachtwagen ( een 100 stuks tot 400ton laadvermogen)in en uit de put. Op een 10tal plaatsen werd er met enorme kranen (tot 40ton in een schep) gegraven. De vrachtwagen die tot helemaal beneden gaan moeten een klim maken van 1000 hoogtemeters tegen 25km/u, dus dat duurt even.
Naast de put liggen enorme afvalbergen (99% zand). Een indrukwekkend geheel.
Calama is een vrij welvarende stad. De overgang van woestijn naar stad is fascinerend, de woestijn is volledig leeg en van de ene moment op de andere kom je in een bruisende stad terecht.
Daarna zijn we per fiets doorgetrokken naar San Pedro de Atacama, een oase ca 110km naar het oosten toe.
s’Morgens was het koud, winderig en stijl, maar na een uurtje was het heerlijk fietsen, warm, bergop maar niet al te stijl, rustige en goede weg en een prachtig woestijnlandschap. Na 70 km hadden we een pas (3000m) over het Domeyko gebergte bereikt.
Eens over de pas kregen we een prachtig zicht op de hoogste Andes toppen, waarvan vele kegelvormige vulkanen, die op de grens tussen Chili en Bolivie liggen.
We kregen ook nog enkele guanaco’s te zien. Dit is de vierde, vrij zeldzame lamasoort, net als de viscuna een wilde soort.
We besloten hier te camperen en te genieten van het prachtige uitzicht. Dit lukte maar 2 uur want dan stak de dagelijkse zeewind weer op en op die hoogte, vlak bij de pas, was dit meer een stormwind. Een ware test voor ons tent en ons Agnes.
De volgende dag (zaterdag )konden we deze prachtige afdaling verderzetten. We hebben tevens een kleine omweg naar de Valle de Lune gemaakt.
Dit is een spectaculair deel van de Cordillera del Sal. Deze bergketen bevat uit dikke zoutlagen, die lang geleden zijn opgestuwd en daarna door de erosie zeer grillige vormen heeft gekregen.
San Pedro is een oasedorp (5000inwoners) met een rijke historie. Reeds bij de Atacameños-indianen 2000jaar geleden was het een belangrijk handels- en wegenknooppunt.
Ook bij de inca’s en de spanjaarden was het belangrijk. Nu is het de belangrijkste toeristische plaats van noord Chili. De originele indiaanse bevolking leeft nog van de land- en tuinbouw (oa groenten,schapen,geiten,koeien). Maar het is allemaal nogal kleinschalig en rommelig.
Het dorp zelf wel mooi en pitoresk, het wordt echter overstept door toeristen en dat mag voor ons niet te lang duren.
Het is wel een belangrijke uitvalsbasis om de natuurwonderen in de omgeving (cirkel met straal van ruim  100km)  te gaan bekijken.
Zelf zijn we naar de geisers van El Tatio gaan kijken. s’Morgen om 4u vertrekken, in een busje 90km over een washboardweg in de donker en een chaufeur die de grens van maximale snelheid zoekt. Wel zijn ze heel ervaren met dit soort wegen, ik denk dat wij tegen die snelheid geen 10 km ver geraken.
Goed door elkaar geschud komen we net als het licht wordt en op 4300m hoogte bij de geisers aan. s’Morgens zijn de geisers nl het meest actief.
Het is een grote vlakte tussen de vers besneeuwde bergtoppen, in feite is het een krater van een vulkaan, met honderde rookpluimen.
Als men tussen de kleine gaten loopt ziet men het water koken (85 graden) of een 2m omhoogspuiten of roken.
Na een zwempartij in het warme water keren we rustig terug. Onderweg zien we diverse langunes en zoutmeren met vele vogels,oa de prachtige flamingo’s en andinoganzen. We zien ook weer vele lama’s en een steppevos en bezoeken enkele indianendorpen.
Echt de moeite waard.
Zondag hebben we een interresant museum over de indianenkultuur bezocht. Dit is opgericht door een belgische pater en is het belangrijkste  in zijn aard van noord Chili.
Dinsdag zijn we over de Andes naar Jujuy in Argentinie overgestoken, iets vroeger dan gepland, maar anders moesten we nog een ganse week in San Pedro blijven en dit leek ons iets te lang. Wat we wilden zien hebben we gezien en men kan toch niet alles zien.
De tocht was vermoeiend, van 8 tot 8 onderweg, ruim 500km waarvan ca 400 tussen 3500 en 4700m.
Daarbij nog een buswissel op de grens en langdurige duanecontroles.
Voor het grootste deel waren hetl erg mooie landschappen. Spijtig dat we dit niet met de fiets konden doen, maar de afstand is te groot om dit te kunnen overbruggen
Daarmee is ons eerste deel Chili afgesloten.
Deze eerste maand is voor ons voorbijgevlogen, we hebben ons niet verveeld.
Grotendeels hebben we kunnen uitvoeren wat we van plan waren. Alleen beklimmingen naar de altiplano ( 4000m en hoger) is ons niet gelukt (ook bij andere fietsers die we tegengekomen zijn lukte het niet)
De omstandigheden ( woestijn, hoogte, klimmen) en dan lange afstanden ( 70km en meer) waarvoor men zelf water moet meeslepen (voedsel is veel makkelijker) was voor ons een ondoenbare zaak.
Op de altiplano zijn we verliefd. De woestijn per fiets bedwingen gaf ons een grote voldoening.
De mensen in Chili zijn vriendelijk en behulpzaam en galant in het verkeer ( in Argentinie is het iets anders,nl de wet van de sterkste)
We hebben de aardbeving van dichtbij kunnen meemaken en deels aan de lijve ondervonden, maar al bij al hebben we er niet zo veel last van gehad
Onze verdere plannen. We gaan morgen ( vrijdag 7 dec) met de bus tot de grens met Bolivie. Vandaar rijden we met de fiets terug naar het zuiden, we hopen toch een 1500km te doen om dan in de buurt van Mendoza(midden Argentinie) te belanden.
Tot de volgende berichten.
Agnes en Gilbert vanuit Jujuy.
Ook dit nog: de aanloop naar Kerstmis is hier al even uitbundig en commercieel als bij ons. Bij 30 graden is dit wel raar voor ons.
Geplaatst in Geen categorie | 6 reacties