Dag allemaal in het verre Belgie,
We zitten nu in Jujuy, een stad in het noorden van Argentinie en hebben hier de tijd om onze side nog eens bij te werken.
Vorige keer waren we in Calama aanbeland. Calama was in het begin van vorige eeuw een klein oasedorp aan de rio Loa, midden in de grote woestijn van het noorden.
Het is nu uitgegroeid tot een stad met ca 200 000 inwoners, de enige grote woestijnstad.
Die groei heeft ze vooral te danken aan de vlakbij gelegen kopermijn van Chuquicamata, de gootste open kopermijn ter wereld met een jaarproductie van 1,2 miljoen ton koper per jaar.
Vanuit Calama hebben we deze mijn bezocht. Na een interresante uitleg over de mijn, de winning van koper ( de rotsen bevatten 1% koper) en molybdeen als zeer belangrijk bijkomende delfstof, bezochten we de gootste put (er liggen nl 3 putten die met de tijd een grote worden) die meet 5km lang, 3 breed en 1 diep.
Langs spiraalvormige banen rijden enorme vrachtwagen ( een 100 stuks tot 400ton laadvermogen)in en uit de put. Op een 10tal plaatsen werd er met enorme kranen (tot 40ton in een schep) gegraven. De vrachtwagen die tot helemaal beneden gaan moeten een klim maken van 1000 hoogtemeters tegen 25km/u, dus dat duurt even.
Naast de put liggen enorme afvalbergen (99% zand). Een indrukwekkend geheel.
Calama is een vrij welvarende stad. De overgang van woestijn naar stad is fascinerend, de woestijn is volledig leeg en van de ene moment op de andere kom je in een bruisende stad terecht.
Daarna zijn we per fiets doorgetrokken naar San Pedro de Atacama, een oase ca 110km naar het oosten toe.
s’Morgens was het koud, winderig en stijl, maar na een uurtje was het heerlijk fietsen, warm, bergop maar niet al te stijl, rustige en goede weg en een prachtig woestijnlandschap. Na 70 km hadden we een pas (3000m) over het Domeyko gebergte bereikt.
Eens over de pas kregen we een prachtig zicht op de hoogste Andes toppen, waarvan vele kegelvormige vulkanen, die op de grens tussen Chili en Bolivie liggen.
We kregen ook nog enkele guanaco’s te zien. Dit is de vierde, vrij zeldzame lamasoort, net als de viscuna een wilde soort.
We besloten hier te camperen en te genieten van het prachtige uitzicht. Dit lukte maar 2 uur want dan stak de dagelijkse zeewind weer op en op die hoogte, vlak bij de pas, was dit meer een stormwind. Een ware test voor ons tent en ons Agnes.
De volgende dag (zaterdag )konden we deze prachtige afdaling verderzetten. We hebben tevens een kleine omweg naar de Valle de Lune gemaakt.
Dit is een spectaculair deel van de Cordillera del Sal. Deze bergketen bevat uit dikke zoutlagen, die lang geleden zijn opgestuwd en daarna door de erosie zeer grillige vormen heeft gekregen.
San Pedro is een oasedorp (5000inwoners) met een rijke historie. Reeds bij de Atacameños-indianen 2000jaar geleden was het een belangrijk handels- en wegenknooppunt.
Ook bij de inca’s en de spanjaarden was het belangrijk. Nu is het de belangrijkste toeristische plaats van noord Chili. De originele indiaanse bevolking leeft nog van de land- en tuinbouw (oa groenten,schapen,geiten,koeien). Maar het is allemaal nogal kleinschalig en rommelig.
Het dorp zelf wel mooi en pitoresk, het wordt echter overstept door toeristen en dat mag voor ons niet te lang duren.
Het is wel een belangrijke uitvalsbasis om de natuurwonderen in de omgeving (cirkel met straal van ruim 100km) te gaan bekijken.
Zelf zijn we naar de geisers van El Tatio gaan kijken. s’Morgen om 4u vertrekken, in een busje 90km over een washboardweg in de donker en een chaufeur die de grens van maximale snelheid zoekt. Wel zijn ze heel ervaren met dit soort wegen, ik denk dat wij tegen die snelheid geen 10 km ver geraken.
Goed door elkaar geschud komen we net als het licht wordt en op 4300m hoogte bij de geisers aan. s’Morgens zijn de geisers nl het meest actief.
Het is een grote vlakte tussen de vers besneeuwde bergtoppen, in feite is het een krater van een vulkaan, met honderde rookpluimen.
Als men tussen de kleine gaten loopt ziet men het water koken (85 graden) of een 2m omhoogspuiten of roken.
Na een zwempartij in het warme water keren we rustig terug. Onderweg zien we diverse langunes en zoutmeren met vele vogels,oa de prachtige flamingo’s en andinoganzen. We zien ook weer vele lama’s en een steppevos en bezoeken enkele indianendorpen.
Echt de moeite waard.
Zondag hebben we een interresant museum over de indianenkultuur bezocht. Dit is opgericht door een belgische pater en is het belangrijkste in zijn aard van noord Chili.
Dinsdag zijn we over de Andes naar Jujuy in Argentinie overgestoken, iets vroeger dan gepland, maar anders moesten we nog een ganse week in San Pedro blijven en dit leek ons iets te lang. Wat we wilden zien hebben we gezien en men kan toch niet alles zien.
De tocht was vermoeiend, van 8 tot 8 onderweg, ruim 500km waarvan ca 400 tussen 3500 en 4700m.
Daarbij nog een buswissel op de grens en langdurige duanecontroles.
Voor het grootste deel waren hetl erg mooie landschappen. Spijtig dat we dit niet met de fiets konden doen, maar de afstand is te groot om dit te kunnen overbruggen
Daarmee is ons eerste deel Chili afgesloten.
Deze eerste maand is voor ons voorbijgevlogen, we hebben ons niet verveeld.
Grotendeels hebben we kunnen uitvoeren wat we van plan waren. Alleen beklimmingen naar de altiplano ( 4000m en hoger) is ons niet gelukt (ook bij andere fietsers die we tegengekomen zijn lukte het niet)
De omstandigheden ( woestijn, hoogte, klimmen) en dan lange afstanden ( 70km en meer) waarvoor men zelf water moet meeslepen (voedsel is veel makkelijker) was voor ons een ondoenbare zaak.
Op de altiplano zijn we verliefd. De woestijn per fiets bedwingen gaf ons een grote voldoening.
De mensen in Chili zijn vriendelijk en behulpzaam en galant in het verkeer ( in Argentinie is het iets anders,nl de wet van de sterkste)
We hebben de aardbeving van dichtbij kunnen meemaken en deels aan de lijve ondervonden, maar al bij al hebben we er niet zo veel last van gehad
Onze verdere plannen. We gaan morgen ( vrijdag 7 dec) met de bus tot de grens met Bolivie. Vandaar rijden we met de fiets terug naar het zuiden, we hopen toch een 1500km te doen om dan in de buurt van Mendoza(midden Argentinie) te belanden.
Tot de volgende berichten.
Agnes en Gilbert vanuit Jujuy.
Ook dit nog: de aanloop naar Kerstmis is hier al even uitbundig en commercieel als bij ons. Bij 30 graden is dit wel raar voor ons.